BPL worstelt met toekomstscenario en blijft waarschijnlijk voorlopig zelfstandig

Deutsche Bank

31 mei 2017

Stichting Beroepspensioenfonds Loodsen ( BPL ) heeft sinds 2008 een dekkingstekort. Hierdoor is de kans op indexatie afgenomen. Als gevolg van verscherpte wet- en regelgeving zijn ook nog eens haar uitvoeringskosten gestegen. Daarnaast noemt het fonds nog een aantal andere ontwikkelingen: Hogere eisen aan deskundigheid, daling van dekkingsgraden door toename levensverwachting en daling rente, daling van het aantal actieve deelnemers en de opkomst van de beschikbare premieregeling. Gezien de hoeveelheid ontwikkelingen heeft het fonds besloten om de toekomst van het fonds opnieuw te evalueren. Hierbij wordt de mening van deelnemers en gepensioneerden meegenomen.

BPL heeft een aantal alternatieven voor de toekomst onderzocht. Allereerst het aansluiten bij een ander fonds, waarbij de pensioenen worden overgedragen naar een nieuwe pensioenfonds en het BPL stopt. Als tweede het onderbrengen bij een verzekeraar. Ook in dit scenario worden de pensioenen overgedragen en zal BPL ophouden te bestaan. Als derde optie is het onderbrengen bij een Algemeen Pensioenfonds (APF) bekeken, waarbij kan worden deelgenomen aan meerdere collectiviteitskring. Als vierde optie noemt het fonds het oprichten van een eigen APF in samenwerking met andere pensioenfondsen. Een APF is wel vergunningplichtig wat betekent dat dit een behoorlijke investering in tijd en geld vraagt. Als vijfde kan het fonds gaan samenwerken met andere pensioenfondsen zoals het delen van het bestuursbureau, adviseurs, administrateurs en/of vermogensbeheerders. Daarnaast wordt het overgaan naar een Premie Pensioen Instelling (PPI) genoemd waar de huidige regeling van Loodsen op aangepast dient te worden en tot slot wordt de België route genoemd.

Ondanks de hoeveelheid alternatieven die het fonds onderzocht, concludeert het bestuur dat het behouden van het eigen pensioenfonds vooralsnog de voorkeur geniet. Hiervoor worden een aantal argumenten aangedragen, zoals de inspraak van de (ex-) Loodsen die zou afnemen, de toenaderende bekendmaking van het toekomstige pensioenstelsel die wellicht tot een ander besluit zou leiden, dat het opheffen van het fonds een definitief besluit is waarbij geen weg meer terug is en tot slot dat het fonds van mening is dat de beroepsongeschiktheidsdekking binnen het pensioenfonds een belangrijk goed is. In het laatste argument ziet het fonds een duidelijk verband tussen de leeftijd en de kans op beroepsongeschiktheid.

Mocht het bestuur inderdaad besluiten het fonds te behouden, is zij wel van mening dat opnieuw naar de toekomst moet worden gekeken indien bepaalde situaties zich voordoen, zoals dat het deelnemersaantal met meer dan 10% daalt, de uitvoeringskosten per deelnemer significant stijgen, op het moment dat het nieuwe pensioenstelsel wordt geïntroduceerd en wanneer de APF-en een 5 jarig trackrecord hebben opgebouwd.

Klik hier voor de factsheet van het fonds.

Loodsen is een BRF met eind Q4 2016 een belegd vermogen van € 984M waarvan 0% herverzekerd en 0% voor risico deelnemer. Het fonds heeft een oud deelnemersbestand met in 2015 464 actieve bijdragers en 803 pensioengerechtigden. De uitvoeringskosten waren in 2015 €543 per deelnemer en de totale beleggingskosten 74bps van het gemiddeld belegd vermogen. De beleggingen voor risico pensioenfonds hadden in Q4 2016 een rendement van -2%. Eind Q4 2016 had het fonds een beleidsdekkingsgraad van 100% terwijl de vereiste dekkingsgraad op dat moment 120% bedroeg. De fiduciair manager van het fonds is Robeco en de pensioenadministratie wordt uitgevoerd door PGGM.

Bron: http://www.bploodsen.nl/files/Samenvatting%20Rapport%20toekomstbestendigheid%20Beroepspensioenfonds%20Loodsen.pdf

Multiple reports with cicle diagram and text

Over Exelerating

Het Exelerating platform helpt u om inzicht te krijgen in meer dan € 6.000 miljard Europees institutioneel belegd vermogen. Wij doen dit door duizenden openbare bronnen van institutionele beleggers te volgen en te analyseren.

Lees meer